DUWO wilde Het Ketelhuis kwijt, maar vond dat het Rijksmonument een aanwinst moest worden voor de stad, een levendige, dynamische plek tussen binnenstad en TU-gebied in. Een fijne plek waar creatievelingen, ZZP-ers en kleine bedrijfjes elkaar kunnen inspireren. Dus schreef DUWO een prijsvraag uit. Buurman van het Ketelhuis, architectenbureau Vakwerk in de Dynamohal, had al eens nagedacht over de invulling van zo’n casco, zegt hoofdarchitect en initiatiefnemer Paul Ketelaars. “In eerste instantie zochten we een nieuwe plek voor ons bureau, De Dynamohal was een tijdelijke oplossing, waar ontwerpbureau Fabrique plaatsen over had. Twee jaar geleden begonnen we met z’n drieën en nu zijn we gegroeid naar 24 mensen. We zochten voor ons bureau flexibiliteit, tegelijkertijd moest het een inspirerende plek zijn met de dynamiek van een grote ruimte waar veel gebeurt, maar waar je elkaar niet in de weg zit.”

Ontmoeten

De prijsvraag was een uitgelezen kans voor Vakwerk. En winnen betekende ook dat Vakwerk het gebouw mocht kopen – dat was een andere voorwaarde bij de prijsvraag. “Wij vervullen nu meerdere rollen ineen: die van eigenaar/ontwikkelaar/opdrachtgever, financier, architect, aannemer én gebruiker. Dat maak het soms wel lastig, maar het biedt tegelijkertijd ook grote vrijheid – op het gebied van ontwerpen en geld bijvoorbeeld.”Het gebouw is te groot voor Vakwerk alleen. Zo kan het nu zijn dat het Vakwerkhuis, zoals het Ketelhuis straks heet, een echte ontmoetingsplek wordt. Ketelaars: “Niet alleen voor mensen die er werken in de bijzondere ruimtes die met elkaar verbonden zijn, maar ook voor Delftenaren die er een kopje koffie kunnen drinken of er een broodje eten in het nieuwe café.  En wil je er met een grote groep vergaderen of brainstormen, een feestje of afscheidsreceptie geven, in het Vakwerkhuis kan het allemaal.”

Duurzaam

Het industriële gebouw, dat bestaat uit verschillende bouwdelen en een oude machinistenwoning, wordt verduurzaamd en toekomstbestendig gemaakt. Zo komen er waar mogelijk zonnepanelen op het dak – en het hele gebouw wordt gasloos. “Bijzonder voor een Rijksmonument.” Ook in het materiaalgebruik kiest Vakwerk voor materialen die een leven lang meegaan, zoals eikenhout, dat je overal in het gebouw terugvindt. “Toen ik een tijd terug door de stad fietste, zag ik een container staan vol afgedankte dakpannen van het soort dat wij op het Ketelhuis nodig hebben. Die konden we mooi overnemen voor een doos gebak. En er komt een nieuwe verdieping op een van de bouwdelen, waarvoor we oude spanten hergebruiken. Het hout dat we hiervan overhouden wordt ook weer hergebruikt. Zo proberen we zoveel mogelijk circulair te werken.”

Multifunctioneel

De bedoeling is dat Het Ketelhuis een multifunctioneel gebouw wordt, niet een kantoor dat van 9 tot 5 in gebruik is. Hoe ziet het gebouw er straks uit? “Het wordt licht en ruimtelijk en is met respect voor de geschiedenis ontworpen. De bouwdelen worden met elkaar verbonden, zodat je vrij door het gebouw kunt bewegen. Er komen zo’n 110 werkplekken: aan lange tafels, zitjes en besloten werkplekken in houten of een houten volume met verschillende niveaus, voor geconcentreerd werken of overleggen. En er komen insteekverdiepingen met doorzichten. Op de vloeren van gevlinderde beton komt vloerverwarming. Op de verdiepingen komen eikenhouten parketdelen. De wanden blijven zoals ze zijn: met afgebladderde oude verf en hier en daar piept het oude metselwerk er doorheen. En tot slot de entree: die wordt in glas uitgevoerd en symboliseert daarmee het open karakter en de gastvrijheid.”

Vakwerk wil het gebouw rond 1 februari 2020 operationeel hebben. De ontwikkelingen zijn te volgen op www.vakwerkhuis.com. Voor informatie – onder meer over huur werkplekken – stuur je Puck van de Pol een e-mail: puck@vakwerkarchitecten.nl.